60 jaar CERN

1954 was het jaar waarop CERN voor het eerst het daglicht zag. Het laboratorium was de eerste pan-Europese wetenschappelijke samenwerking; slechts een paar jaar na de Tweede Wereldoorlog sloegen twaalf Europese landen de handen ineen en bouwden samen aan ‘s werelds grootste laboratorium voor deeltjesfysica.

Vandaag de dag nemen 21 lidstaten en veel andere landen uit de hele wereld deel aan de onderzoeksprogramma’s van CERN. Dit jaar vieren de organisatie en alle CERN-lidstaten het bestaan van 60 jaar CERN met een uitgebreid programma. Ook Nederland neemt daaraan deel.

Nederland: het Nationaal instituut voor subatomaire fysica, Nikhef
Nederland was één van de twaalf landen die betrokken was bij de oprichting van CERN in 1954. Tot op de dag van vandaag hebben Nederlandse onderzoekers een grote zichtbaarheid op CERN en in het onderzoeksveld van de deeltjesfysica behouden. Het Nationaal instituut voor subatomaire fysica (Nikhef) coördineert en leidt het experimentele subatomaire fysica onderzoek in Nederland.

Symposium: wetenschap, internationale samenwerking, industrie en educatie
De verschillende experimenten waar Nikhef aan bijdraagt, drukken niet alleen in het verleden, maar ook nu en in de toekomst een belangrijke stempel op de deeltjesfysica. Ter gelegenheid van de viering van het 60-jarig bestaan van CERN, organiseerde Nikhef een symposium op 26 juni 2014 waar inspirerende sprekers de wetenschappelijke, innovatieve, industriële en educatieve aspecten van CERN, en in het bijzonder de Nederlandse bijdragen hieraan toelichtten.

CERN 60 jaar geleden. Foto: CERN

CERN 60 jaar geleden. Foto: CERN